18 sep 2018

Succesvolle overstap naar minder intensieve zorg

Intensieve, specialistische zorg is belangrijk voor cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Op de langere termijn is deze zorg echter vaak niet nodig of kan deze mensen zelfs beperken in hun zelfstandigheid. Dat succesvol verminderen van zorg bij bepaalde cliënten mogelijk is, is bekend. Echter welke factoren dan precies bijdragen aan een succesvolle overstap naar minder intensieve zorg, is relatief onbekend. Thijs Beckers, verpleegkundig specialist en zorglijnregisseur Volwassenen bij MET ggz, besloot er onderzoek naar te doen. Onlangs werd zijn onderzoek gepubliceerd.

Toen Thijs in het FACT-team (intensieve zorg voor mensen met ernstige klachten) in Echt werkte, zag hij dat hulpverleners vaak goed zijn in het opschalen van zorg (meer zorg bieden) wanneer dat nodig is, maar niet in het afschalen ervan (minder zorg bieden wanneer intensief niet nodig is). “Dit is om twee redenen problematisch”, licht Thijs toe. “Enerzijds hebben we niet genoeg intensieve zorg voor iedereen, waardoor er wachtlijsten ontstaan. Anderzijds worden cliënten die te lang te veel zorg ontvangen hiervan te zeer afhankelijk.”

Succesfactor
Deze bevinding was voor Thijs aanleiding om verschillende onderzoeken te initiëren, waaronder het inmiddels gepubliceerde onderzoek. Daarbij bevroeg hij diverse zorgverleners – huisartsen, praktijkondersteuners GGZ, hulpverleners van de sociale wijkteams en ervaringsdeskundigen – wanneer cliënten succesvol de stap kunnen zetten van de specialistische ggz naar minder intensieve zorg. Daarbij werd gekeken naar welke factoren hieraan bijdragen: patiëntgerelateerde factoren, factoren gerelateerd aan de sociale omgeving, het informele steunsysteem, factoren gerelateerd aan de hulpverleners en organisatorische factoren. Met behulp van een wetenschappelijk verantwoorde concept mapping methode slaagde Thijs erin om de genoemde factoren te inventariseren, ordenen en prioriteren. De belangrijkste conclusie? “Informele zorg is enorm belangrijk als succesfactor”, aldus Thijs. “Daarbij is een stabiel netwerk belangrijker dan een groot netwerk.” Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met onderzoekers van Radboud Universiteit en Hogeschool Arnhem-Nijmegen.

Wordt vervolgd
Parallel aan het inmiddels gepubliceerde onderzoek, onderzocht een collega-onderzoeker hoe beslissingen om zorg te verminderen worden genomen. “We zijn momenteel nog bezig met het vervolgonderzoek. Daarnaast heb ik een aantal cliënten gevolgd die minder intensieve zorg kregen en het effect van dit afschalen onderzocht. Hopelijk wordt ook dit onderzoek binnenkort gepubliceerd.”

Benieuwd naar het volledige onderzoeksverslag van Thijs Beckers? Lees het hier.