MET de wijk: cliënten in hun kracht zetten

Dit artikel verscheen in de herfsteditie van MET, 2019.

Hoe richten we onze zorg beter, efficiënter en effectiever in? En vooral: wat levert dit op voor onze cliënten? In elke editie van MET magazine laat een team zien waar het mee bezig is. Deze keer vertelt teamcoördinator Jeanine Lemmen over het project ‘Samen voor een toekomstbestendig MET de wijk’.

MET de wijk ondersteunt cliënten met psychische klachten bij het bereiken van hun doelen en het krijgen van (meer) regie over hun leven. Dat doen we met begeleiding aan huis, in de wijk of in een beschermde woonvorm. Waar vroeger de insteek vooral was om te ‘zorgen voor de cliënt’, is dit de afgelopen jaren veranderd naar ‘zorgen dat de cliënt…’: we richten onze begeleiding op een specifieke hulpvraag, zodat de cliënt zo snel mogelijk weer op eigen kracht verder kan. Met het project ‘Samen voor een toekomstbestendig MET de wijk’ zetten we een volgende stap in deze doelmatige manier van werken.

Werken aan concrete doelen


Jeanine Lemmen 
is teamcoördinator van MET de wijk in Echt en Roermond en legt uit wat het project inhoudt: “We willen cliënten zoveel mogelijk in hun kracht zetten met nog gerichtere zorg. Enerzijds omdat gemeenten en verzekeraars dit van ons vragen, maar ook omdat we zien dat dit veel van onze cliënten helpt om de weg naar zelfstandig burgerschap te overbruggen. De hulpvraag van de cliënt is het uitgangspunt. Door nog meer naar concrete doelen toe te werken, geven we een duidelijke ‘kop en staart’ aan het begeleidingstraject. Als het kan, bouwen we de zorg af, soms zelfs al voordat de indicatie afloopt. Andersom zullen we ook opschalen of verlengen als dat nodig is. Een goede samenwerking met gemeenten en WMO-consulenten is hierbij van grote meerwaarde. Belangrijk is dat we van tevoren goed in kaart brengen wat de hulpvraag is, een goede risico-inventarisatie maken, tijdens het traject goed rapporteren en regelmatig evalueren. Dit doen we samen mét de cliënt, hij/ zij heeft de regie, het gaat immers om zijn/haar doelen! Ook een goede samenwerking met het netwerk van de cliënt en ketenpartners is onmisbaar om deze manier van werken te laten slagen.”

Wonen en zorg scheiden


De scheiding van wonen en zorg is eveneens belangrijk in dit project. Jeanine: “Zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij is het uitgangspunt. Dat betekent dat we ernaar streven dat onze cliënten zo zelfstandig mogelijk wonen en in hun eigen woning worden begeleid. Voor cliënten die hun hulpvraag kunnen uitstellen tot vaste begeleidingsmomenten, is er begeleiding individueel (ambulante begeleiding). Natuurlijk kan niet iedereen dit aan. Daarom blijven we ook beschermd wonen aanbieden voor cliënten die de veiligheid en zekerheid van 24-uurs zorg nodig hebben. Om de stap van beschermd wonen naar meer zelfstandigheid te kunnen maken, hebben we beschermd thuis geïntroduceerd. Bij beschermd thuis gaan (of blijven) cliënten zelfstandig wonen, maar kunnen ze 24 uur per dag een beroep doen op onze begeleiders. Zo wennen ze in kleine stapjes aan het zelfstandig functioneren in de maatschappij. We werken daarvoor nauw samen met woningcorporaties. Bijvoorbeeld door het afsluiten van drie-partijenovereenkomsten tussen cliënt, woningcorporatie en MET ggz, waarbij we ons samen inspannen om het zelfstandig wonen tot een succes te maken.”

Specialistische begeleiding


Tot slot wordt er via het project ook toegewerkt naar een meer specialistische en wijkgerichte begeleiding. Jeanine legt uit: “Vroeger werkte je als begeleider vaak een aantal uren in een woonvorm en had je nog een aantal ambulante cliënten. Nu gaan we dat splitsen. Een deel van de begeleiders gaat vast in woonvormen werken en een deel voor beschermd thuis en ambulante cliënten. We zetten de begeleiders in op de plek waar hun talenten, kennis en vaardigheden het beste tot hun recht komen. Dat is prettig voor begeleiders, voor de cliënten en voor de kwaliteit van de zorg! Voor de cliënten in de woonvormen geeft dit ook meer rust, omdat ze een kleine groep vaste begeleiders krijgen. Daardoor werken ze samen met hen gerichter aan hun vooruitgang. De ambulante begeleiders kunnen zich juist meer richten op hun vaste cliënten, zij hoeven hun werk niet meer te onderbreken voor bijvoorbeeld een crisissituatie in een woonvorm. Bovendien krijgen ze een vaste wijk of regio toegewezen, dat scheelt reistijd en zo leren ze de woonomgeving van hun cliënten ook beter kennen.”

Mooie resultaten


De eerste ervaringen met deze nieuwe manier van werken zijn positief, vertelt Jeanine. “Natuurlijk is het wennen, zeker voor cliënten die de overstap van beschermd wonen naar beschermd thuis of zelfstandig wonen moeten maken. Gelukkig zien we dat we gezamenlijk tot mooie resultaten komen als we de juiste mindset creëren en het netwerk van de cliënt meer bij het herstelproces betrekken. Het blijft echter een uitdaging om deze kwetsbare burgers volledig op te laten nemen in de maatschappij. De overheid streeft dit wel na, maar de maatschappij staat er steeds minder voor open. Het is belangrijk om daar oog voor te houden.”

Portretfoto van teamcoördinator Jeanine Lemmen

Jeanine Lemmen